Het neoliberalisme overheerst elk menselijk domein
Demos staat voor de heerschappij van het volk. Dat is het ideaal van democratie: uitsluitend de leden van een gemeenschap ordenen hun gezamenlijke leven door over zichzelf te heersen. Dit basisprincipe staat onder druk door het neoliberalisme stelt Wendy Brown in Het ontmantelen van de demos; de stille revolutie van het neoliberalisme. Brown is hoogleraar politicologie in Berkeley. Zij ontwikkelt een grondige analyse van het neoliberalisme in Het ontmantelen van de demos.
Vernieuwde versie geplaatst: Bazarow - 11 januari 2024
Eerdere versie geplaatst: boomtrainingandconsultancy.nl - "Wendy Brown - Het ontmantelen van de demos - de stille revolutie van het neoliberalisme"
|
De overheersing van neoliberale waarden
De liberaal-democratische waarde van de menselijke maat en politieke waarden van burgerparticipatie, vrijheid, gelijkheid en gerechtigheid maken plaats voor economische criteria volgens neoliberale normeringen. In de inleiding stelt Brown daarom dat neoliberalisme voor veel meer staat dan de inbreng van marktwaarden of andere economische principes. “Neoliberalisme is veeleer een normatieve orde van de rede die zich in drie decennia ontwikkelde tot een wijd- en diepgaand verspreide rationaliteit van besturen waardoor niet alleen elk menselijk domein en iedere menselijke inspanning maar de mensen zelf ingrijpend zijn getransformeerd op grond van een specifiek beeld van de economie.”
Om dat te illustreren schetst Brown de ontwikkelingen in de universitaire wereld als voorbeeld waar nog slechts het aanleren van de door het bedrijfsleven verlangde vaardigheden geldt op grond van waarden die nooit eigen zijn geweest aan het universitaire domein. De ziel van de universiteiten in Noord Amerika en Europa is daarmee radicaal gereconstrueerd tot “best practices” en “waar voor je geld” zoals die gelden in het bedrijfsleven. In de VS krijgen de universiteiten die het hoogste scoren op deze gronden in de ranking meer geld van de overheid om daarmee de volgers in de ranking te stimuleren om op basis van deze waarden en programma’s zichzelf ook te reconstrueren.
Brown analyseert een tweede voorbeeld van een radicale ingreep: de veranderingen op staatsniveau. Die veranderingen resulteren in nog slechts één gerechtvaardigd doel en organiserend principe: het concurrentievermogen van een land t.o.v. andere staten intensiveren door meer economische groei. Regeringen hebben uitsluitend de focus op het dienstbaar stellen van de staat aan de vrije markteconomie. Economische groei is daarmee zowel het doel van regeringen als de normatieve rechtvaardiging van regeren. Dat leidt tot vier schadelijke effecten: toenemende ongelijkheid, integer handelen die het aflegt ten opzichte van de commercie, de verstrengeling van bedrijfsdoelen en bedrijfskapitaal met staatsaangelegenheden en economische ravages ten gevolge van zeepbellen.
De beïnvloeding van het menselijke leven door het neoliberalisme
Maar Brown gaat in haar studie verder dan de uitwerking van deze vier “klassieke” schadelijke effecten van het neoliberalisme. Zij wil haar academische analyses richten op de ingrijpende beïnvloeding door het neoliberalisme van het menselijke leven. Brown baseert zich daarbij op het werk van Foucault. Haar stellingname: de gecreëerde”‘normaliteit” van een bestuursrationaliteit die economische waarden, praktijken en meeteenheden centraal stelt, breidt zich juist steeds verder uit naar elk menselijk domein. Ook als in dat domein in principe geld niet een dominante rol speelt [4]. Alles (dus ook het politieke leven) en ieder individu moet een ‘marktspeler’ worden die een bepaalde waarde vertegenwoordigt.
Zó krijgt het begrip homo economicus een specifieke invulling in de 21ste eeuw: je altijd, uitsluitend, overal, consistent en continu richten op je eigen concurrentiepositie en geldelijke waarde in alle levensdomeinen. De individuele mens is hierbij een vorm van kapitaal die in zichzelf investeert en al netwerkend “investeerders” zoekt. Hij bouwt dus voortdurend aan zijn persoonlijk ondernemerschap om als winnaar in al zijn concurrentievelden te overleven. Doordat de politieke vrijheid zich naar het economische domein verplaatst, onderwerpt zij zich aan de inherente ongelijkheid van het economische leven. Kernachtig komt Brown dan ook tot de conclusie dat met de wijdverbreide constructie van de huidige homo economicus een eind komt aan de betrokken, waakzame homo politicus én aan het humanisme zelf.
De burgers moeten zich opofferen om het neoliberalisme te dienen …
Democratie is niet zelfonderhoudend. Leden van een samenleving moeten waakzaam zijn en strijden voor het behoud van democratie. En soms zijn er tegenstromen of ondemocratische bestuursingrepen nodig die in eerste aanleg democratie bedreigen maar naar later blijkt juist weer de positieve mobilisatie voor democratie bevorderen. Dus “via dwang bewerkstelligen vrij te zijn.” Brown trekt met haar studie stevig aan de alarmbel omdat niet langer de deugdzame en politiek actieve burger het focuspunt is, maar de vanuit de neoliberale economie geconstrueerde, ondernemende en consumerende burger. En die alarmbel laat zij ook horen waar zij analyseert hoe de staat een verlengstuk is geworden van de neoliberale economie en niet verder komt dan burgers op te roepen gezamenlijke opofferingen te doen t.b.v. de economische rentabiliteit en concurrentiepositie van het land en van het bedrijfsleven volgens neoliberale principes.
Het dominante neoliberale denken en handelen heeft daarom vier grote gevolgen. De publieke goederen zijn niet langer gewaarborgd. De gedachte is dat burgers vooral investeerders en consumenten zijn en niet langer leden van een democratische gemeenschap die macht heeft over gemeenschapsgoederen en ruimten. De vrije markt moet het oplossen en de overheid heeft geen rol. Ten tweede heeft het begrip democratie niet meer de robuuste basisgedachte zoals vroeger. Wie we zijn als democratische gemeenschap en welke kerntaken gelden is allemaal niet meer zo duidelijk en maakt mensen onzeker. Ten derde is het menselijke, privédomein ingrijpend veranderd. Iedereen moet voortdurend in zichzelf investeren om zijn persoonlijke waarde te vergroten in dynamische markten. En als laatste ondervinden kennis vermeerdering, denken, scholing en ontwikkeling alleen nog waardering voor zover ze bijdragen aan kapitaalvermeerdering [“return on personal investments.”]
De waarde van Het ontmantelen van de demos – de stille revolutie van het neoliberalisme
Wendy Brown presenteert geen alternatieven voor de neoliberale orde. Dat geeft zij in de inleiding al aan. Zij heeft zich uitsluitend ten doel gesteld de basiselementen van het neoliberalisme en haar dynamiek te analyseren. Met de studie Het ontmantelen van de demos; de stille revolutie van het neoliberalisme geeft zij een effectieve aanzet tot diepgaande reflectie op ons humane bestaan. Voor studenten politicologie is dit boek een boeiende analyse vanuit het perspectief van de politieke economie. Voor studenten economie is Het ontmantelen van de demos een aanleiding voor een kritische reflectie op de vele boeken in hun curriculum die uitgaan van het neoliberalisme als “enige weg”– als “gezond verstand ideologie”- in macro-economische concepten en benaderingen. Ten slotte zal de geïnteresseerde, kritische burger veel argumenten aantreffen in de analyses van Brown die hem of haar handvatten geven voor verdere oriëntatie. De lezer moet dan op de koop toe nemen zich soms door lange zinnen te worstelen die wel eens meer dan 8 regels omvatten.